Passend toewijzen is een instrument in de nieuwe woningwet (2016) om mensen met een kleine beurs in betaalbare woningen te huisvesten. Een te rechtvaardigen doel, meent de corporatiesector die de maatregel moet uitvoeren. Toch wordt de maatregel ook ervaren als een bezuiniging op de huurtoeslag, "lomp en ondoordacht" en "een beknotting van de corporatie". Nu, een jaar na de invoering, interviewt Ruimte en Wonen enkele woningcorporaties over de effecten.
In de Randstad heeft de Delftse corporatie Vidomes voor het passend toewijzen geen grote veranderingen hoeven doorvoeren. De corporaties was al langer overtuigd van de relatie tussen de hoogte van de huur en wat mensen daadwerkelijk kunnen betalen. Het uitgangspunt voor het toewijzen van een woning is in Delft al jarenlang de richtlijn Woonlasten van het Nibud. Toch ziet Maarten Vos, beleidsmedewerker Strategie, de huidige passendheidstoets als een lomp en ondoordacht instrument. Het illustreert vooral een gebrek aan visie op betaalbaarheid, zowel bij het Rijk als bij veel corporaties. Vos hoopt dat wanneer het stof straks is neergedaald, er een werkelijk gesprek op gang komt en een visie wordt ontwikkeld waarmee duidelijkheid wordt verschaft over wat we onder betaalbaarheid verstaan, welke verantwoordelijkheid het Rijk draagt en welke de corporatie heeft. De eerste stap in de goede richting zou zijn wanneer Aedes en de Woonbond op een lijn komen te zitten. Dat er een visie wordt ontwikkeld op pragmatische gronden en niet op basis van ideologische. Vos: "In principes kun je niet wonen."
Reacties