De economische vitaliteit van Nederlandse binnensteden verschilt sterk per gemeente. Goudappel Coffeng nam honderd centrumgebieden onder de loep. Vitale centra (groen), kwetsbare centra (rood) en een tussencategorie (oranje huisje) werden onderscheiden. Op basis van vier ‘drivers’, 1) aanwezig voorzieningenniveau, 2) demografische context, 3) ruimtelijke kwaliteit en 4) bereikbaarheid, doet het vitaliteitsprofiel een uitspraak over de algehele conditie van het centrum.
GroningenDrachtenLeeuwardenSneekDen HelderKatwijkLeidenLeidschendam`s GravenhageZoetermeerWoerdenUtrechtNieuwegeinGoudaDelftSchiedamVlaardingenRotterdam RidderkerkZwijndrechtDordrechtHellevoetsluisMiddelburgVlissingenGoesTerneuzenBergen op ZoomRoosendaalSpijkernisseCapelle a/d IJsselAlphen a/d Rijn HilversumSchagenBergenAlkmaar HoornBeverwijkHeemskerkAmsterdamHaarlemAmstelveenHoofddorpPurmerendZaandamHeerhugowaardHeerenveenSteenwijkMeppelHoogeveenEmmenHardenbergZwolleAlmeloOldenzaalHengeloEnschedeDeventerApledoornNijkerkAmersfoortBarneveldEdeWageningenArnhemZevenaarDoetinchemNijmegenTielGorinchemWaalwijkOosterhoutBredaTilburg`s HertogeboschOssUdenVeghelEindhovenHelmondVenrayVenloRoermondHeerlenKerkradeMaastrichtVeldhovenvalkenswaardWeertZeistHoutenVeenendaalKampenDrontenLelystadHarderwijkAlmereHoogezandStadskanaalAssenFiguur 1:Benchmark centrumgebiedenVitale centrumgebieden`Aandacht' centrumgebiedenKwetsbare centrumgebiedende andere nietDe enebinnenstad isde andere nietGuido ScheerderGoudappel Coffenggscheerder@goudappel.nlTim van HuffelenGoudappel CoffengTvHuffelen@goudappel.nlS+RO 2015/02 19ThemaBinnenstadDe ene binnenstad isde andere nietDe economische vitaliteit vanNederlandse binnenstedenverschilt sterk per gemeente.Goudappel Coffeng namhonderd centrumgebiedenonder de loep. Vitale centra(groen), kwetsbare centra(rood) en een tussencategorie(oranje huisje) werden onder-scheiden. Op basis van vier`drivers', 1) aanwezigvoorzieningenniveau,2) demografische context,3) ruimtelijke kwaliteit en4) bereikbaarheid, doethet vitaliteitsprofiel eenuitspraak over de algeheleconditie van het centrum. >>De enebinnenstad isVitaalAmersfoortAmsterdamDelft's GravenhageHaarlem's HertogenboschLeidenMaastrichtRotterdamUtrechtKwetsbaarAlmeloCapelle a/d IJsselDrachtenHardenbergKerkradeStadskanaalTerneuzenValkenswaardVeghelZwijndrecht20 2015/02 S+ROThemaBinnenstadDe ene binnenstad isde andere nietAmsterdam, Utrecht, Maastricht. Dezebinnensteden floreren. Op bepaaldemomenten is het daar zo druk datbestuurders hun hoofd breken overmaatregelen om het nog leuk te latenzijn. Zo moest op 28 december 2013Burgemeester Van der Laan zelfsbesluiten de Kalverstraat een half uuraf te sluiten. Het was er gevaarlijk druk.Dit soort luxeproblemen gaat voorlopigvoorbij Heerlen, Stadskanaal en ofAlmelo. Daar gaat het aan de bestuurs-en borreltafel toch vooral om dezorgwekkende leegstand van winkel-panden in het centrum.De economische vitaliteit van centrum-gebieden in Nederland verschiltonderling sterk. Die vergelijking is ookniet helemaal eerlijk. Ajax-Heraclesmag dan soms spannend zijn, Amster-dam-Centrum versus Almelo kent eenvoorspelbare winnaar als het gaat omwie de meeste bezoekers en bestedin-gen aantrekt. Maar Ede versus Wage-ningen? Vlaardingen versus Schiedam?Almere versus Lelystad? Dan zijn demachtsverhoudingen toch ineens eenstuk minder duidelijk, met genuanceer-de verschillen en spannende streek-derby's tot gevolg. Deventer-Zwolle,altijd spannend. Wij onderzochten vanhonderd centrumgebieden hoe hetstaat met hun economische vitaliteit.1We verdeelden de centra in drie catego-rie?n en projecteerden deze op de kaartvan Nederland. Vitale centra werdengroen. Kwetsbare centra maakten werood en de tussencategorie kreeg eenoranje huisje (zie figuur 1). Onderliggervan deze driedeling was een ranking opbasis van ruim vijftien variabelen,verdeeld naar vier dimensies die stukvoor stuk iets zeggen over de concur-rentiepositie waarin het betreffendecentrum zich bevindt. Utrecht kwamaan kop. Maar dat was weer nietverrassend. Het echte inzicht betrof debreedte van het middenveld. Dat maaktsterke stijgingen en sterke dalingenmogelijk. Wat betekent dat voor deontwerper van de stad?Vier concurrentieveldenEconomisch vitaliseren is schaken opvier borden. Dat is de eerste les van debenchmark. Het vitaliteitsprofiel doeteen uitspraak over de `algehele condi-tie' waarin elk centrumgebied verkeertin de huidige concurrentieslag, maarwel op basis van vier onderliggende`drivers'. We scoorden de centra op: hetaanwezige voorzieningenniveau, dedemografische context, de ruimtelijkekwaliteit en tot slot de bereikbaarheid.We kozen voor deze aanpak omtwee redenen.Allereerst lieten we zo de samenhangzien van de factoren. Dat leidt totinzicht in de diversiteit van het vraag-stuk; een basisvoorwaarde vooreffectief interveni?ren. Het uitdragenvan deze boodschap is nog steeds hardnodig. `Krantenkoppen zorgen niet voorvitale centrumgebieden' schreven we alin 20142 naar aanleiding van onzeirritatie over de zoveelste eenzijdiggeori?nteerde perslobby over dehoogte van parkeertarieven alsoorzaakvan alles. Het idee van debenchmark is zelfs hieruit voortgeko-men: een opvolger van onze Parkeer-monitor? maar dan met een meerintegrale invalshoek om te voorkomendat ??n aspect de discussie kaapt. Datis dodelijk voor wederzijds vertrouwentussen stakeholders die juist samenprobleemhouder moeten zijn. In onzeadviespraktijk merken we dagelijks hoeverkokert Nederland nog kan zijn. Ookstedenbouwers hebben zo hun eigen`voorkeursbril' en moeten waken voorineffectieve discipline dominantie.De tweede reden voor het gebruik vaneen vier-dimensioneel profiel is datdeze aanpak meer reli?f in de rankingaan brengt. Elke categorie heeft zijneigen `uitblinkers', zowel positief alsnegatief. Gemeente, vastgoedbezitteren/of ondernemersvereniging krijgendaardoor meer inzicht in de kern van deopgave en waar interessante voorbeel-den elders in het land te vinden zijn.Zo scoren zowel Emmen als Houten inde middencategorie. Uitgesplitst naarde onderliggende dimensies zien we datbeide nog steeds `gemiddeld' scoren quabereikbaarheid en ruimtelijke kwaliteit.Op de dimensie demografie behoortEmmen echter tot de meest kwetsbarecentra van Nederland, met een krim-pende, relatief weinig koopkrachtigebevolking, aan de periferie van Neder-land met een leeg Duits achterland.Interveni?ren in Emmen betekent dusspeciale aandacht voor deze dimensie.Doordat functies uit de omliggendedorpen verdwijnen, wordt de functievan Emmen als centrumstad steedsbelangrijker. Houten scoort als groeige-meente juist sterk op het aspectdemografie. In Houten zit de zwaktemeer in het voorzieningenniveau:vooral winkelketens in het weinigonderscheidende middensegment. Juistdaar vallen de klappen (Mexx, MissEtam, Schoenenreus). Emmen, m?t eendierentuin en zonder concurrentie vande aantrekkingskracht van een grotebuurman, zoals Utrecht voor Houten,heeft echter meer in huis om de`funshopper' te plezieren.Bij het voorzieningenniveau keken wenaar het aantal voorzieningen (horeca,winkels), de mate waarin het aanbodaansluit bij een recreatieve doelgroepen het onderscheid ten opzichte vanomliggende centra. Hier scoort Houtendus laag. Bepaalde branches, zoalsboeken, media en consumentenelektro-nica zijn gevoeliger voor webbestedin-gen dan andere (food of cadeauwin-kels). Ook dat wogen we mee in dezedimensie. Tot slot keken we naarwanneer die voorzieningen beschikbaarzijn: de openingstijden. Koopzondagenof late openingstijden op zaterdagpassen beter bij de consument vanmorgen dan de traditionele koopavondop donderdag of vrijdag. Zoetermeerconcurreert er mee met Gouda.Wageningen versterkt met zijn liberalezondag-koers haar regiofunctie.S+RO 2015/02 21ThemaBinnenstadDe ene binnenstad isde andere nietFiguur 2: Tabel met uitblinkers enhekkesluitersEmmen en Houten ontlopen elkaar hetminst op de dimensie ruimtelijkekwaliteit. Deze gaven wij maat en getalmet allereerst een expert judgementover de belevingsfactor van de open-bare ruimte en de aanwezigheid vanWifi-voorzieningen (smart-citiesfac-tor). Historische stadscentra die ookinzetten op de moderne bezoekerscoren hoog. De mate van leegstand isvoor deze dimensie de derde `driver'.De laatste dimensie in het profiel isbereikbaarheid, zowel voor auto,openbaar vervoer, fiets en de voetgan-ger: hoe makkelijk kom ik er? Kan ik ermijn voertuig goed en betaalbaar kwijt?Hoe zit het met de loopafstanden?Gebrekkig openbaar vervoer (met namevoor de lange afstand, zoals geenIntercitystation) en het ontberen vaneen compact centrumgebied maken eencentrum kwetsbaar. Zoals gezegdstaan Emmen en Houten hier in demiddenmoot. Emmen scoort op deparkeerkwaliteit en fietsbereikbaar-heid. Verbeterpotentieel ligt in hetbehouden van compactheid ondanks deverhuizende dierentuin met helderelooproutes en slimme schrapkeuzes.Ook leent Emmen zich gezien haardemografische positie voor interven-Overall Voorzieningen-aanbodDemografie RuimtelijkekwaliteitBereikbaar-heidAmersfoort Amsterdam Almere Amersfoort AlkmaarAmsterdam Arnhem Amersfoort Amstelveen AlmereDelft Eindhoven Amstelveen Amsterdam Arnhem's-Gravenhage 's-Gravenhage Amsterdam Delft Den Haag10 meest vitale Haarlem Groningen Barneveld Haarlem Eindhovencentrumgebieden 's-Hertogenbosch Haarlem Delft 's-Hertogenbosch HengeloLeiden 's-Hertogenbosch Hoofddorp Leiden LeeuwardenMaastricht Maastricht Katwijk Maastricht MiddelburgRotterdam Rotterdam Leidschendam Middelburg RotterdamUtrecht Utrecht Utrecht Utrecht UtrechtAlmelo Barneveld Den Helder Almelo DrachtenCapelle a/d IJssel Capelle a/d IJssel Emmen Beverwijk HellevoetsluisDrachten Houten Goes Den Helder KatwijkHardenberg Katwijk Heerenveen Hengelo Kerkrade10 meest kwetsbare Kerkrade Leidschendam Heerlen Kerkrade Oosterhoutcentrumgebieden Stadskanaal Nijkerk Kerkrade Lelystad SneekTerneuzen Ridderkerk Sneek Roosendaal StadskanaalValkenswaard Veldhoven Stadskanaal Schiedam TerneuzenVeghel Woerden Terneuzen Stadskanaal ValkenswaardZwijndrecht Zwijndrecht Vlissingen Veghel Veldhoventies op het gebied van vindbaarheid enexperimenten met doelgroepparkeren.Een vergrijzend bezoekerspotentieelwaardeert extra ruime parkeervakken.Ze willen er wellicht zelfs voor omrijdenof extra voor betalen. Voor Houten is deopgave op de bereikbaarheidsdimensieanders. Houten is een echte fietsstaddankzij onder andere haar steden-bouwkundig basisontwerp. Hier liggende kansen in het aanscherpen van hetprofiel (BoodschappenPLUS) en het(fiets)parkeerregime ten dienstestellen van deze functie en demografie.Ruimte voor de bakfiets zeg maar. >>22 2015/02 S+ROThemaBinnenstadDe ene binnenstad isde andere nietWat voor stad wil je zijn?Bedenk wie je stad bezoekt en ookwelke doelgroepen je wilt en kuntaantrekken. Stem daar je voorzienin-genaanbod en randvoorwaarden op af.Kies een bewuste winkelstrategie. Benik een echte winkelstad, kies dan voorde high-end ketens, lokale boetiekjes envakmanschap. Het middensegment enwinkels net daaronder zijn kwetsbaardoor hun gevoeligheid voor internet. De`Bakker met het beste broodje vanNederland' of d? specialist op hetgebied van aquariums of terrariumszijn dat niet. Hier komen mensenspeciaal voor. Vergeet het lage segmentniet. Action is booming. Primark ook.Dergelijke functies zorgen gegaran-deerd voor bezoekersstromen. Primarkis een mooi voorbeeld van onzehoofdboodschap dat een vitaal cen-trum in balans is op alle vier de dimen-sies. Ja: de Primark heeft een enorme(boven)regionale aantrekkingskracht,maar juist voor doelgroepen (jongeren)die veel met de trein komen. Heb je datstation wel? En hoe buit je de looprou-tes tussen station en Primark danmaximaal uit? En komen die jongerenmeer uit de buurt, dan komen ze perfiets en die wil je wel zo dicht mogelijkbij de gevel van je winkelpand, maarniet er tegenaan.Denk verder dan winkels. Mensen gaanniet een dagje winkelen, maar een dagjenaar de binnenstad. De belevingsfactorwordt steeds dominanter voor dewaardering van, en (herhaal)bezoek aanbinnensteden. Juist evenementen,cultuur, kunst, en stadswandelingenzijn knoppen om aan te draaien, vooralook voor de vergrijzende en kapitaal-krachtige bevolkingssegmenten diealles al hebben en dus minder ge?nte-resseerd zijn in wat er in de winkelshangt. Horeca en leisure dus, met alsondersteunende factoren comfort,gemak en veiligheid(sbeleving). De voorde doelgroep juiste parkeervoorzienin-gen (in brede zin) laten de euro'smakkelijker rollen en stimulerenherhaalbezoek. Dat betekent dus overmeer aspecten nadenken dan de locatieen capaciteit van de `parkeerfunctie' ineen locatieplan. WinkelcentrumLeidsenhage experimenteert met`gezinsplaatsen', Utrecht maakt werkvan `vindbaarheid' van en vanuit haarparkeergarages.3Betrek ook de toeristische sector bij hetbepalen van het profiel van je stad enhet aantrekken van (nieuwe) bezoekers.Deze sector is creatief en meer gewendbuiten de gangbare paden te wandelendan retailondernemers. Ook de VVV iseen interessante partner. Evenementenkunnen de binnenstad op de kaartzetten. Kijk naar Enschede die in 2012via 3FM Serious Request de binnenstadop kaart zette en dat recentelijk nogeven dunnetjes over deed met ThePassion. Het hoeft natuurlijk niet altijdgroot. Ook kleinere evenementen alseen lego bouwwedstrijd of open airtango festival voegen veel toe aan hetprofiel van je stad.Aantrekkelijk & BereikbaarTransformeer op tijd. De demografischeontwikkeling is daarbij een helebelangrijke indicator. Veel centramoeten namelijk compacter worden omstructurele leegstand (en dus onaan-trekkelijke straten) te voorkomen.Leegstand doet zich daarbij vooral voorin de aanloopstraten. Of een straat nogwinkelpotentie heeft is onder meerafhankelijk van de ligging ten opzichtevan het hart van het winkelgebied enbronpunten als station en parkeergara-ges, van het aanwezige voorzieningen-aanbod en algehele bereikbaarheids-factoren. Voor straten met weinigwinkelpotentie: biedt op tijd mogelijk-heden voor andere functies. Is het eenleuke straat om te wonen, voor horeca,cultuur, zorg of onderwijs?Vastgoedeigenaren behoren ? al zienwe wel steeds vaker positieve uitzon-deringen ? in de regel tot de conserva-tieve partners. Dat betekent dat zijvroegtijdig betrokken moeten wordenbij het belang van functiewijziging (=boekhoudkundig waardeverlies) vanbepaalde panden. Het overtuigen vanzowel pandeigenaren als eventueel teverplaatsen ondernemers kost tijd.Gemeenten kunnen faciliteren doormeer functies toe te staan of subsidie-programma's te ontwikkelen voorfunctiewijziging naar wonen of voorhet versterken van panden en gevels.De Retailagenda van minister Kampreikt hier handvatten voor aan. Ook eenanticiperend bestemmingsplan en hetslim toepassen van parkeernormenhoren hierbij. Al deze interventieswerken echter alleen als vroegtijdigwordt samengewerkt vanuit eengemeenschappelijke strategie om hetfunctieniveau in de pas te houden metde omvang van de betreffende stad enhaar (re?le) aantrekkingskracht.Geef aanloopstraten die nog welwinkelpotentie hebben een thema,bijvoorbeeld de `food'-straat. Dat zet destraat op de kaart en zorgt voorherkenbaarheid bij de consument.Heroverweeg het wegregime, maarhoedt u voor overhaaste beslissingende auto weer toe te laten. De heropen-stelling voor de fietsende consumentkan daarentegen nieuwe energie geven.`Bikeconomics' is voor menig binnen-stadmanager sowieso een cruciaalaandachtspunt: de constante frictietussen fietsoverlast en gastvrijheid.Dat de fietser economisch van levens-belang is, wordt door niemand meerbetwijfeld. Zij besteden minder perautobezoeker, maar komen vaker.Teveel fiets kan niet. Ook daar zijn allebereikbaarheidsspecialisten het eens,maar de individuele consument te voetkan dat heel anders ervaren als hijstruikelt over `neergeplempte' fietsenvoor de winkel. Stuur daarom de fietserop een manier dat hij het idee heeft zodicht mogelijk bij de eindbestemming(de winkel) te staan, maar de fietsen-overlast geen storende vormenaanneemt. Wij verwachten op dit puntveel van `natuurlijk' sturen via slimmeS+RO 2015/02 23ThemaBinnenstadDe ene binnenstad isde andere nietlandschapsarchitectuur. Fietsers zijnnamelijk wars van regulatie.Looproutes zijn een tweede `ontwerp-gebied' dat `hot' is of in ieder geval zoumoeten zijn. Wat zijn de trekkers van jecentra? En via welke punten komen debezoekers je centrumgebied binnen.Hoe wil je ze routeren? Pas daar jefuncties en inrichting op aan. Waarleuke winkeltjes en horeca zitten is hetveel aantrekkelijker lopen. Goede envooral actuele bewegwijzering helpt,maar met kijklijnen en materiaalgebruikis veel meer effect te bewerkstelligen.Het experimenteren met doelgroepge-richte parkeerregimes en passendeparkeeroplossingen noemden we al.Analyseer ook de vindbaarheid vandeze parkeervoorzieningen. Zet daarbijin op de incidentele bezoeker. Wegbe-heerders onderschatten structureel decomplexiteit van hun eigen stad enoverschatten de hanteerbaarheid vanhun slimme oplossingen de weg tevinden. Hoe maak je dus je centrumge-bied weer even overzichtelijk als devroegere dorpstraat, met bakker, slageren caf? als de vanzelfsprekende plekom je (toen nog) guldens uit te geven?Zelfs OV-bezoekers die toch vaak bij dedeurmat van je centrumrand wordenafgeleverd, ervaren in menig stad ineerste instantie een gevoel vandesori?ntatie. Waar is het centrumecht? Zelfs een stad als Amersfoort,met een plaats in onze top tien vanvitale centra, laat op dat vlak nog velepunten liggen.Teamsport`Een steen in de vijver' noemde eencentrummanager onze benchmark,doelend op de (lokale) perspubliciteitdie inherent is aan dit soort lijstjes.Precies om ongenuanceerde kranten-koppen als `centrum x is slechtste vanNederland' te voorkomen, brachten wede precieze ranking dan ook niet publieknaar buiten. We volstonden met dedriedeling in kleuren en de kop-10 enstaart-10, zowel overall alsook perdimensie (zie figuur 2 op pagina 21). Debetreffende gemeenten gaven weuiteraard wel inzage in hun profiel enonze observaties. Er was reuring, erwas herkenning, er was verbazing en? en dat is het belangrijkste ? erontstonden (nieuwe) gesprekken,nieuwe energie. Precies wat wijbeoogden. Want in die krant van gistermet inderdaad ook soms iets teopportunistische zelfgenoegzaamheiden met die soms ongenuanceerdeconfrontatie met een harde werkelijk-heid, wordt vandaag immers de visverpakt. Wat moet beklijven is hetbesef dat centra vitaal maken eenteamsport is, van gemeente, vastgoed,winkeliers, VVV, binnenstadsmanage-ment, en horeca, met de aanval als debeste verdediging. Noten1 Huffelen, Tim van en Scheerder, Guido,`Vitaliteitsbenchmark Centrumgebieden,de economische vitaliteit van de 100grootste centrumgebieden in kaart',Goudappel Coffeng, maart 2015.2 Roelands, Jeroen en Scheerder, Guido,`Lagere parkeertarieven zorgen niet voorvitale centrumgebieden', in: RO Magazine,mei 2014.3 Eijk, Sander van der; Koning, Aart de enDicke, Matthijs, `Hoe vinden euro's hunweg naar uw binnenstad?', in: Parkeer24,nr. 2, mei 2015.Tim van Huffelen en Guido Scheerder zijnadviseur Ruimtelijke economie & Mobi-liteit bij Goudappel Coffeng en opstellersvan het rapport `VitaliteitsbenchmarkCentrumgebieden'.
Reacties