In de vier grote steden groeit het aantal ouderen, terwijl landelijke gemeenten vergrijzen. Dit stelt andere eisen aan stedelijke voorzieningen, structuren en verbindingen. Door het verdwijnen van verzorgingshuizen wordt de fysieke omgeving belangrijker. Maar juist op buurtniveau zien Frank Suurenbroek en Sophie van Ginneken een verschraling van voorzieningen en gebrek aan eigenaarschap. Hoe blijft de stad leefbaar voor de vele ouderen die langer zelfstandig thuis blijven wonen?
PlatformDe buurt alsbejaardentehuis50 2016/04-05 S+ROPlatformDe buurt alsbejaardentehuisDe graphics bij dit artikel zijn vanEwout Dorman, in opdracht vanLectoraat BouwtransformatieSophie van GinnekenUniversiteit van Amsterdams.f.l.vanginneken@uva.nlFrank SuurenbroekHogeschool van Amsterdamf.suurenbroek@hva.nlPlatformIn de vier grote steden groeit het aan-tal ouderen, terwijl landelijke gemeen-ten vergrijzen. Dit stelt andere eisenaan stedelijke voorzieningen, structu-ren en verbindingen. Door het ver-dwijnen van verzorgingshuizen wordtde fysieke omgeving belangrijker.Maar juist op buurtniveau zien FrankSuurenbroek en Sophie van Ginnekeneen verschraling van voorzieningen engebrek aan eigenaarschap. Hoe blijft destad leefbaar voor de vele ouderen dielanger zelfstandig thuis blijven wonen?De Amsterdamse bevolking zal in 2040voor 20 procent uit 65-plussers bestaan(nu is dat 12 procent). Dit betekent eengeschat totaal van 183.800 ouderen(tegenover 95.000 nu).1 Bovendien iser sprake van `dubbele' vergrijzing,omdat binnen de groep ouderen ookhet percentage 80-plussers stijgt. Alover tien jaar zullen de ondernemendeen vitale babyboomers van nu de 80naderen, een leeftijd waarop de gemid-delde zorgvraag sterk stijgt. Veel vandeze mensen zullen zelfstandig moetenwonen en willen dat ook, al dan niet ge-steund door familie, vrienden en thuis-zorg. Met het verdwijnen van traditio-nele verzorgingshuizen (naar schattingeen derde binnen enkele jaren), inclusiefde sociale functies die daar doorgaansin gevestigd zijn, zal het leven van se-nioren zich verplaatsen naar de fysiekeleefomgeving van de buurt, de wijk,de stad. Hier bevinden zich de winkels,artsen en apotheken, hier wonen even-tuele mantelzorgers, dit is de plek waarmensen elkaar ontmoeten, waar iets tedoen is. Vanwege de beperkte actiera-dius van veel (oudere) ouderen, maarook andere mensen met een beperking(die ??k steeds meer zelfstandig zullenwonen) ligt dit alles idealiter op korteafstand van de woning. De buurt isdaarmee het nieuwe schaalniveau vanhet bejaardentehuis. >>S+RO 2016/04-05 51PlatformDe buurt alsbejaardentehuisOnder: Afstemmen op buurtniveau,lagenschema 1Pagina 50: Spreiding ouderen inAmsterdam in 2015 (gegevensStadsmonitor)Platformcomplexen. Anders gezegd: de ruimte-lijk-programmatische buurtstructurendie zelfzorg en participatie mogelijkmaken, en die dus gezondheid bevorde-ren, verschralen.Het is, in dit geval in Amsterdam,alarmerend te constateren dat zulkeontwikkelingen ieder voor zich in hoogtempo voltrekken terwijl hun gezamen-lijke effect ? een verarming van eengezondheidsbevorderende infrastruc-tuur ? nauwelijks wordt opgemerkt. Erontbreekt een perspectief op buurtni-veau die (intussen verder kijkend dande buurt) deze ontwikkelingen in hunsamenhang signaleert, hun effectenin kaart brengt en interpreteert, ennieuwe oplossingen voor verschillendebetrokkenen voorstelbaar maakt enagendeert.Zorg, welzijn enstedelijke ontwikkelingOok op stedelijk niveau ontbreekt eenintegraal beeld. Amsterdam mag dansinds juli 2015 officieel een Age FriendlyCity zijn; zorg en welzijn maken voor-alsnog geen deel uit van een stede-lijke ontwikkelingspolitiek. Alleen alde ontwikkelingen op het gebied vanzorgvastgoed gaan razendsnel en zijnondoorzichtig. Het inventariseren enclassificeren van alle verzorgings- enverpleeghuizen in Amsterdam, zoalsde Veldacademie eind 2015 deed inopdracht van de gemeentelijke afdelingWonen, is nuttig ? maar laat onver-mijdelijk een situatie zien die alweergedateerd is. Het rapport `Zicht opZorghuisvesting' is `de foto' van alle 62verpleeg- en verzorgingshuizen in Am-sterdam, naar de stand van zaken op 1januari 2015, een jaar eerder.2Ondertussen koerst de stad af op eentweedeling, behalve in inkomensver-deling ook in bevolkingsgroepen. Deomvangrijke opheffing en transfor-matie van zorgvastgoed die gelijktijdigplaatsvindt met de verkoop van socialeSociale infrastructuurTegelijkertijd echter is juist die maat-schappelijke functie van de buurt in hetgeding. Zo komt de herontwikkeling vanzorgvastgoed, bijvoorbeeld in de vormvan koopwoningen in het hogere seg-ment, of studentenwoningen, niet perse ten goede aan de ouderen die er in debuurt wonen. Voorzieningen in de plintvan nieuwe seniorencomplexen bedie-nen (door de scheiding wonen en zorg)eerder de gegentrificeerde stadsbevol-king dan de (semi)zelfstandig wonendeouderen op de verdiepingen erboven.Daar komt bij dat ook andere plekkenmet een maatschappelijke betekenisschaarser worden: buurthuizen, buurt-winkels, bibliotheken, het wijktheater.Veel van zulke ontmoetingsplekken,waar ouderen in contact staan metelkaar en met andere leeftijdsgroepen,worden opgeheven of geclusterd opverder gelegen locaties. De omvangrijkeverkoop van gemeentelijk vastgoedhelpt daarbij niet, en dreigt het areaalmaatschappelijke functies verder uitte dunnen. Digitalisering maakt hetbestaan van buurtwinkels onzekeren zorgt voor een nieuwe geografievan het voorzieningenaanbod. Hetzijn met name die gelegenheden voorontmoeting die sterk onder druk staan.Eenzaamheid, een verborgen `volks-ziekte' met nadelige gevolgen voor degezondheid, wordt daarmee in de handgewerkt. Maar ook andere factorendie zelfredzaamheid en sociaal contactondersteunen vallen soms weg, zoalsbus- en tramhaltes dichtbij senioren-52 2016/04-05 S+ROPlatformDe buurt alsbejaardentehuisAfstemmen op buurtniveau,lagenschema 2Platformhuurwoningen door corporaties, beidevooral lucratief in de binnenstad, ma-ken namelijk dat er hier voor ouderensteeds minder plaats is. Zij wijken uitnaar de periferie of verlaten de stad.Zestigers wonen nog volop in hetcentrum, terwijl de groep 75-plussershier (ten opzichte van de buitenwijken)sterk ondervertegenwoordigd is. Datis een gemiste kans, omdat de gemixte,fijnmazige binnenstedelijke wijken zichjuist goed lenen voor een zelfstandigleven.3 Ook worden hiermee veel vitaleouderen uit de stad geweerd ? preciesdie mensen die hun steentje bijdra-gen aan buurtcohesie, het draaiendehouden van clubs en verenigingen,mantelzorg. Hoewel het gemeentelijkeProgramma Ouderenhuisvesting (2015-2018) ernaar streeft ouderen in huneigen wijk te laten wonen, is het dus devraag hoe dat in de praktijk uitwerkt.Grijze periferieHet is niet moeilijk te voorspellendat de naoorlogse delen van de stad,grotendeels gelegen buiten de ring, hetsterkst zullen vergrijzen. In ruimtelijkeopzet is het format van de jarenzestig-wijk ideaal voor de senior: niet alleenzijn hier de woningen vrijwel allemaallevensloopbestendig, ook de bredestoepen en gescheiden fietsstrokenblijken zeer geschikt voor scootmobie-len en rollators, en er is ruim parkeer-plaats (ook voor de thuiszorg). Om diereden hebben groeikernen als Purme-rend en Heerhugowaard zich inmiddelsontwikkeld tot ware senior cities.4 Eenbelangrijke uitdaging ligt ook hier ophet niveau van (buurt)voorzieningenen ontmoetingsplekken. In wijken alsBuikslotermeer en Buitenveldert, waarnu al veel 65-plussers wonen, zijn debinnenwerelden van verzorgingshuizennog altijd de cruciale (ontmoetings)plekken voor ouderen. Hier bevindenzich de voorzieningen waar ook debewoners in omliggende serviceflatsgebruik van maken, zoals de fysiothe-rapeut, de bibliotheek, een winkeltje ofbijvoorbeeld de bingo. Het opdoekenvan verzorgingshuizen op deze plekken,zoals bijvoorbeeld al gebeurde met hetA.H. Gerardhuis in Slotermeer, heeftingrijpende gevolgen voor het socialenetwerk van oudere (ook zelfstandigwonende) bewoners in de buurt.5 Het isdan ook niet verwonderlijk dat corpo-raties onlangs nog pleitten voor eenterugkeer van de bejaardentehuizen, ofvoor het ontwikkelen van een alterna-tief daarvoor.6Sectorale organisatievan drie terreinenEen belangrijk obstakel op weg naareen Age Friendly City ligt in de nog altijdstrikt sectorale organisatie van drieheel verschillende terreinen waaropde ruimtelijke consequenties van devergrijzing en de zorgtransitie zichmanifesteren: (1) de openbare ruimte,(2) het woningaanbod en (3) de voorzie-ningenstructuur. De openbare ruimte ishet terrein van de gemeente, terwijl deaanwezigheid van goede voorzieningenis overgeleverd aan een oncontroleer-bare veelheid aan partijen. Corporaties,zorginstellingen en ontwikkelaars(waaronder zorgverzekeraars) nemenhet (zorg)vastgoed voor hun rekening.Hun rol beperkt zich veelal tot de bouwvan instellingen en woningcomplexen.7Zij lijken daarentegen niet of nauwe-lijks te investeren in maatschappelijkefuncties die het geestelijk en lichamelijkwelzijn van bewoners bevorderen, ter-wijl sommige van hen (zoals zorgver-zekeraars) duidelijk baat hebben bijburgers die een zo laag mogelijk beroepdoen op zorgkosten. Het bevorderenvan hun welzijn levert op termijn im-mers geld op.Inzicht in buurtfundamenten,op zoek naar nieuwearrangementenOm mensen in staat te stellen daad-werkelijk langer thuis te blijven wonen,zal de fysieke leefomgeving de tra-ditionele rol van het bejaardentehuismoeten overnemen. Dit vereist eensterkere koppeling van zorg en welzijnmet de stadsontwikkeling, vooral opbuurtniveau.8 Dat betekent dat weverder moeten kijken dan (zoals nugebeurt) de noodzakelijke aanpassin-gen op het gebied van de woning en deopenbare ruimte, en het nogal een-zijdige vertrouwen in technologischehulpmiddelen als domotica en e-health.Voor een dergelijke integrale aanpakis allereerst inzicht nodig in de ruim-telijk-programmatische dragers vande buurt. Waar bevinden zich routesvoor rollators en scootmobielen, waarzijn blokkades? Wat zijn belangrijkeplekken van samenkomst en betekenis,binnen en buiten? Waar kan het bestworden ge?nvesteerd in het behoudendan wel cre?ren van `grijze linten', pu-blieke ruimtes, ov-haltes? Hoe kunnenkwaliteiten en potenties van de buurt,zoals karakteristieke (groen)structu-ren, cultuurhistorische monumenten enleegstaande gebouwen worden gekop-peld aan nieuwe initiatieven die ruimtezoeken?Dit vraagt ook om nieuwe arrangemen-ten tussen partijen en belanghebben-den die mogelijk geen traditie in samen-werking hebben. Wie zijn de plaatselijkbelanghebbenden (zoals gemeente ofverzekeraars) en hoe kunnen zij wordenge?nthousiasmeerd om te investeren ineen sociaal duurzamere, meer pre-ventieve functie van de leefomgeving?Hoeveel verlies is men bereid te nemenop de exploitatie van vastgoed ? methet oog op (maatschappelijke) winst opde langere termijn? >>S+RO 2016/04-05 53PlatformDe buurt alsbejaardentehuisToename ouderen per buurtPlatformIn dat proces ligt een kans ook deouderen zelf te betrekken. Potentieelligt hier een omvangrijke zilveren eco-nomie; een gepensioneerde maar nogniet uitgewerkte bevolking met kennisvan de buurt, en die veelal de tijd heeftzich voor hun buurt en bewoners inte zetten. Naast het (letterlijk) ruimtegeven aan functies en plekken, zal dusook die participatie actiever moetenworden gefaciliteerd. Daarmee ligt deopgave voor het ruimtelijk ontwerp vaneen leefbare buurt voor ouderen nietzozeer in het ontwerpen van `koude'elementen (`licht, lucht, ruimte'), alswel in het fysiek ruimte geven aande sociale en logistieke structuren(ontmoeting, zorg, welzijn) die het levenvan bewoners ? jong en oud, mobiel enminder mobiel ondersteunen. Noten1 Gemeente Amsterdam, ProgrammaOuderenhuisvesting 2015-2018.Zelfstandig wonen van ouderen inAmsterdam, Afdeling Wonen, april 2015;PBL en CBS.2 Zie het rapport van de Veldacademie:https://www.amsterdam.nl/publish/pages/731710/zorghuisvesting_stedelijk_overzicht.pdf3 Manting, M. en Latten, J.: `Straks bepalenouderen trend in de stad', in: NRCHandelsblad, 27-11-2014.4 Obbink, H., `De senior cities van Nederland',in: Trouw, De Verdieping, 9-7-2015.5 Zie het symposium `We Care A Lot!'van Atelier Rijksbouwmeester i.s.m. TUDelft (Design as Politics) en InternationalNew Town Institute, dat begin 2016de resultaten presenteerde van hetontwerpend onderzoek op het gebiedvan zorg en stedelijke ontwikkelinghttps://designaspolitics.nl/2016/04/11/symposium-we-care-a-lot/6 Damen, T., `Corporaties willenbejaardenhuizen terug: Het is dom omze te slopen', in: Parool, 5-10-2015 (http://www.parool.nl/parool/nl/6/WONEN/article/detail/4156605/2015/10/05/Corporaties-willen-bejaardenhuizen-terug-Het-is-dom-om-ze-te-slopen.dhtml)7 Zie in dit kader ook het IABR-ProjectatelierGezonde Stad, dat gedurende een jaar(2015-2016) ontwerpend onderzoekverrichtte naar een aantal locaties inUtrecht. http://iabr.nl/nl/projectatelier/pa2016_utrecht8 Integrale stadsontwikkeling gekoppeldaan zorg en welzijnsopgaven staat nog inde kinderschoenen. Inmiddels doen enkeleveelbelovende initiatieven een voorzet,zoals het Atelier Rijksbouwmeester`Oog voor de Buurt' in samenwerkingmet INTI en leerstoel Design as Politics(TU Delft), en de IABR 2016 met hetprojectatelier Gezonde Stad, geleid doorcurator Maarten Hajer. Buiten de grenzenzijn Pilootprojecten Zorg (Belgischerijksbouwmeester) en DWELL (Universityof Sheffield) interessante initiatieven.Urban Technology,Hogeschool van AmsterdamHet onderzoeksprogramma UrbanTechnology richt zich op het ont-werpen en realiseren van slimme,technologische oplossingen voorde toekomstige stad. Het LectoraatBouwtransformatie publiceerdeonlangs `Zorg voor je Buurt': eenverkenning van de manier waarophet ruimtelijk perspectief kanbijdragen aan het realiseren van eenouderenvriendelijke stad.Frank Suurenbroek is Lector Bouwtrans-formatie aan de Hogeschool van Amster-dam. Het lectoraat Bouwtransformatieverricht toegepast onderzoek naar defysiek-ruimtelijke transformaties van destad en de technologische en ruimtelijkeinnovaties die daarvoor nodig zijn.Sophie van Ginneken werkte van 2015-2016 mee aan het project `Zorg voor jeBuurt' als onderzoeker bij het LectoraatBouwtransformatie, en is nu werkzaamals docent op de Universiteit van Am-sterdam.54 2016/04-05 S+ROPlatformDe buurt alsbejaardentehuisRechts: Toename ouderen inAmsterdamMidden: Afname zorgvastgoedLinks: Ontwikkelingenvoorzieningenaanbod
Reacties